Impact meten – Het meetontwerp

Welke impact maken we met ons bewonersinitiatief? Op welke manier maken we deze impact en in hoeverre is onze aanpak effectief? Om antwoord te krijgen op deze vragen laat bewonersbedrijf Thuis Wageningen momenteel een impactonderzoek uitvoeren. In ons vorige artikel deelden we hoe het collectief kwam tot een verandertheorie, één van de eerste stappen in een impactmeting. In dit artikel gaan we dieper in op de vervolgstap: het maken van het meetontwerp. Want, hoe meet je de gerealiseerde impact van een organisatie of collectief eigenlijk?

Bij de start van hun impactmeting had Thuis Wageningen twee doelen geformuleerd: het valideren van hun verandertheorie en een gescoped meetontwerp maken. De verandertheorie is inmiddels gevalideerd en dus is het tijd voor het maken van een meetontwerp. Een proces waarbij je je prioriteiten helder moet hebben. ‘Een meetontwerp is een plan waarin je uitwerkt wat je gaat meten, bij wie en op welke manier’, legt Simone de Wit, manager impact bij Impact House, uit. ‘Daarnaast bepaal je wanneer en waar je je resultaten mee gaat vergelijken.’

Leren als doel

Net als bij het opstellen van je verandertheorie, is het belangrijk om bij het meetontwerp goed na te denken over je doel en de doelgroep. Hoe groter je ‘scope’, hoe complexer de meting. Het is dan ook verstandig om je te focussen op de belangrijkste stakeholder uit je verandertheorie. Dat is vaak je directe doelgroep. Jesper, impactstrateeg bij Thuis Wageningen vertelt: ‘We kunnen het onszelf wel moeilijk maken, maar we hebben er bewust voor gekozen om onze scope klein te houden en datgene te meten waar we de meeste lering uit kunnen trekken. Omdat we inwoners met een idee al jarenlang ondersteunen met onze activiteiten, kunnen we bij die doelgroep de meeste resultaten meten.’ Simone licht toe: ‘Stel jezelf altijd de vraag: waarom wil ik meten? Is dat om te leren of is dat om verantwoording af te leggen aan stakeholders? Het doel bepaalt voor een groot deel hoe je gaat meten, met welke methodiek.’

Kwalitatief en kwantitatief

Wanneer je doel en doelgroep zijn bepaald, is het tijd om te bepalen hoe je impactdata gaat verzamelen. Bij Thuis Wageningen is gekozen voor een combinatie van een kwalitatieve en kwantitatieve methodiek. Aan de hand van diepte-interviews en een impact scorecard worden veranderingen in kaart gebracht. ‘We hebben tien inwoners met een idee of initiatief geselecteerd die we gaan interviewen’, zegt Jesper. ‘Om een betrouwbare weergave van onze impact te laten zien, gaat het om verschillende ideeën. Zo gaan we in gesprek met initiatieven die we structureel ondersteunen en met initiatieven die we incidenteel ondersteunen. Daarnaast willen we initiatieven waarbij onze ondersteuning minder succesvol is geweest bevragen.’ Met de scorecard wil Thuis Wageningen de verandering die optreedt volgen, vanaf het moment dat een idee of initiatief ontstaat tot het einde van de steunperiode bij Thuis Wageningen.

Op dit moment zijn de interviews in volle gang. Wanneer deze klaar zijn worden ze door Impact House geanalyseerd en gedeeld met Thuis Wageningen tijdens een sense making-sessie. Voor Thuis Wageningen een bijzonder proces. ‘We voeren hele mooie, persoonlijke gesprekken met onze doelgroep, de mensen om wie het echt gaat. Het zijn gesprekken die je niet zo vaak voert. Ik kijk natuurlijk enorm uit naar de uitkomsten, maar ook deze fase had ik voor geen goud willen missen. Het geeft overzicht en ik ben ervan overtuigd dat we hier veel lessen uit kunnen trekken.’

Wil je meer weten over het proces van een impactmeting of wil je weten wat een impactmeting voor jouw bewonersinitiatief kan betekenen? Neem gerust contact op met Marieke via marieke.boeije@lsabewoners.nl

Afwachten of aanjagen – De rol die je als beleidsmaker hebt

Op 21 maart kwamen beleidsmakers en verschillende netwerkpartners samen in de Emmaüskerk in Eindhoven. Deze sessie stond in het teken van de rol die je als beleidsmaker kan hebben in het initiëren en continueren van de samenwerking tussen bewonersbedrijven en gemeenten. 

In toenemende mate verschijnen bewonersbedrijven in verschillende buurten die niet afwachten en initiatief tonen. Deze bedrijven zijn eigendom van bewoners en dragen met hun activiteiten en opdrachten significant bij aan de lokale economie van de wijk. Een ideale samenwerkingspartner voor iedere gemeente, toch? 

Maar hoe kan je als gemeente faciliteren om initiatieven zo snel mogelijk te laten starten? En hoe geef je ondersteuning en continuïteit aan bewonersinitiatieven die een onafhankelijk bewonersbedrijf willen worden? Tijdens deze bijeenkomst stond de rol die gemeenten kunnen spelen in het (al dan niet) aanjagen van bewonersbedrijven centraal. 

De kracht van het onbekende 

Leyla Kalender – mede-oprichter van Stichting Ik Wil – vertelt over de verbindende schakel die het bewonersbedrijf vormt tussen ambtenaren en nieuwe of moderne initiatieven, vaak ook binnen culturele groepen in de wijk.  

Stichting Ik wil is een ontmoetingscentrum voor en door bewoners van de wijk Woensel-West (Eindhoven), die lange tijd bekend heeft gestaan als probleemwijk. Het bewonersbedrijf verzorgt een groot aantal activiteiten – waaronder sporten, koken en tekenen voor de basisdagbesteding voor veel mensen uit de omgeving. Verder is er een sociaal inloopspreekuur, zijn er Nederlandse lessen en zorgen al deze dingen samen met het feit dat ze een fysieke baken zijn, voor verbinding in de wijk.  

“Samen bouwen we aan een wijk waarin iedereen zich thuis voelt” 

Over de rol van de gemeente zegt Leyla dat ambtenaren vaker moeten kijken naar startende initiatieven, mensen die iets beginnen vanuit hun eigen ervaring. Sleutelpersonen van bewonersinitiatieven worden vaak overvraagd. “Bekende en bewezen initiatieven zijn wel te vinden, maar de kracht zit hem juist in het bruggenbouwen”.  

Eén ambtenaar in de zaal vertelt dat hij graag meer wil samenwerken met bewonersinitiatieven in zijn gemeente, maar dat hij ze nog niet heeft kunnen vinden. Leyla geeft hem mee dat er een verschil is tussen het afwezig zijn van initiatieven, en deze niet kunnen vinden “zijn ze er niet, of zie je ze niet?”. 

Verder geeft Leyla de ambtenaren in de zaal nog een tip: investeer in informele partijen en migrantengroepen. Zelf bracht ze de gemeente laatst bijvoorbeeld in contact met Syrische en Somalische netwerken. Ten slotte hoopt Leyla dat de gemeente zelf ook aan de bel durft te trekken: “durf een hulpvraag neer te leggen in de gemeenschap, dan zal je zien dat er legio antwoorden komen.”  

De gemeentelijke rol in het stimuleren van bewonersbedrijven 

Kees Adema, themamanager ontmoeten bij de gemeente Zaandam, benadrukt de gebiedsgerichte aanpak en het belang van zowel formele als informele initiatieven in buurten. Hij ondersteunt 19 buurthuizen in de gemeente, waarbij hij uitgaat van de zelfstandigheid van de organisaties. 

Dat is nogal een uitdaging en hij legt dan ook de vraag in de groep hoe hij dit het beste kan inrichten en welke organisaties je wel en niet moet ondersteunen. Belangrijke lessen zijn om niet alleen naar stichtingen of verengingen te kijken maar ook naar informeel georganiseerde groepen. Er is veel meer nodig dan de mensen die nu bij grote wijkcentra zitten, zij hebben niet altijd de juiste connecties in de buurt. Kijk eens buiten het centrum van de stad en maak het niet te snel bureaucratisch maar begin van onderop.

De doorontwikkeling van het wijkbedrijf en vertrouwen vanuit ambtenaren 

Wietske Schober – directielid bij (sociaal) architectenbureau KAW – kreeg de opdracht van de gemeente Groningen om te helpen bij de wijkvernieuwing in Selwerd, een wijk aan de rand van de stad Groningen. Het project wat Sunny Selwerd genoemd wordt, is begonnen in 2018 en zal tot 2028 werken aan vier kerndoelen: gezond blijven, betaalbaar en duurzaam wonen, een veilige en aantrekkelijke woonomgeving en meedoen.  

Er was vanuit de gemeente de wens om te zorgen dat iedereen tot zijn recht komt en op een gelijkwaardige manier kan deelnemen aan de samenleving. Volgens Wietske heeft de gemeente Groningen hier echt de nek voor uitgestoken met Sunny Selwerd, door de belofte te doen voor een financiering van minimaal tien jaar.  

Binnen de gebiedsontwikkelingsaanpak is initiatief genomen tot Wijkbedrijf Selwerd. Het wijkbedrijf is een initiatief dat bewoners stimuleert om ambities en talenten te ontdekken en zich te ontplooien. Sinds het begin heeft de gemeente een rol genomen die voor veel vertrouwen en ruimte zorgt naast het financieren van professionele ondersteuning bij het project. De casus van het wijkbedrijf Selwerd laat zien dat wijkbedrijven door verschillende fasen gaan: in het begin is er enorm veel energie en inzet vanuit bewoners, daarna komt een fase van professionalisering van de organisatie en inbedding van de kernactiviteiten. In het begin is er veel bereidheid voor vrijwillige inzet, de fase erna vraagt meer financiële ondersteuning van die inzet. Dat maakt ook dat de behoefte vanuit initiatieven naar de gemeente verandert over de tijd.  

Wietske geeft de beleidsmakers een aantal tips mee: 

  • Belangrijk is een verschuiving van een houding van controle naar een houding van vertrouwen. De maatschappelijke waarde is vaak lastig in kaart te brengen, maar het is er wel degelijk. Durf daarop te vertrouwen.  
  • Faciliteer een fysieke plek. Dat is cruciaal voor ondernemende initiatieven. 
  • Stel iemand beschikbaar die kan ondersteunen in de financiën op orde maken.  

Het creëren van een vruchtbare bodem voor initiatieven 

Joop Petit – architect en sociaal ondernemer – sprak over het belang van groot durven denken en het creëren van een vruchtbare bodem voor initiatieven, met voorbeelden zoals het initiatief Watersley en andere projecten waarbij participatie en samenwerking met lokale overheden centraal staan. 

Watersley is een groot sportpark waar huisvesting mogelijk is voor 500 talenten. Porthos Watersley creëert een sociaal maatschappelijk draagvlak op- en rondom het inspirerende park om de ontwikkeling en groei van deelnemers, de topsporttalenten en het park te bevorderen. Participatie staat boven alles: iedereen moet mee kunnen doen. 

Joop vindt het belangrijk dat alle risico’s met vertrouwen worden gedragen. “In onze contracten staat dat je op mag zeggen als je geen toegevoegde waarde meer voor ons ziet.” 

Daarnaast is Joop onder andere bezig met de ontwikkeling en realisatie van Holikiday locaties in Limburg: woningen voor kwetsbare ouderen met een kleine portemonnee. Hier wonen bewoners zelfstandig waardoor ze zelf de regie hebben en staan de mensen voorop en niet het systeem.  

Afwachten of aanjagen 

We leerden we dat er veel meer talent in de gemeenschap is als je anders en beter kijkt. Dat er altijd geld rondgaat in een wijk dat kansen biedt voor een bewonersbedrijf. En dat oude economische modellen uit zijn en nieuwe ondernemende gemeenschapsoplossingen voor maatschappelijke vraagstukken in. Vertrouwen vanuit de gemeente en kijken naar informeel georganiseerde groepen komen als rode draad steeds terug.  

Gezamenlijk kwamen we tot de conclusie dat er niet zoiets is als een blauwdruk voor bewonersbedrijven, net zo min als een blauwdruk voor de rol van beleidsmakers in de samenwerking met bewonersbedrijven. Maar misschien is er wel een blauwdruk voor de fases waar bewonersbedrijven doorheen gaan. Je rol bepalen als beleidmaker gaat daarom vooral om het herkennen van de fase waar een bewonersbedrijf zich in bevindt en daar de houding op aanpassen.  

Afwachten of aanjagen? Het flauwe antwoord is dus allebei… 

10 tips voor het aanschrijven van fondsen 

De behoefte voor gedegen kennis over de verschillende financieringsmogelijkheden is een terugkerend thema bij bewonersinitiatieven. De wereld van financiering verandert constant en ondernemende bewoners zijn gebaat bij de meest recente kennis hierover. 

Ook dit jaar gingen initiatieven weer aan de slag met hun financiële uitdagingen. Op 27 februari en 14 maart organiseerden we wederom de training financieringsmogelijkheden, onder leiding van Martijn Arnoldus. We doken in de wereld van overheden, fondsen, bedrijven en crowdfunding, zodat initiatieven naar huis gingen met een goed overzicht van de financieringsmogelijkheden voor hun activiteiten. 

Fondsen blijkt een van de meest gewilde financieringsvormen voor bewonersinitiatieven. Het is echter niet altijd eenvoudig om het juiste fonds te vinden en om een succesvolle aanvraag te schrijven. Om je op weg te helpen, delen we hier 10 tips voor het aanschrijven van fondsen. Door deze tips te volgen weet je zeker dat je alles uit de kast hebt gehaald om jouw aanvraag te laten slagen. Bekijk ze hieronder!

Weet je nog niet bij welk fonds je wil aanvragen en ben je benieuwd welke lokale fondsen er in jouw omgeving actief zijn? Vraag dan nu de lokale fondsenlijst bij ons op door te mailen naar info@ondernemenmetjebuurt.nl. 

Impact meten – De verandertheorie

ichting geven aan je bewonersinitiatief, je collega’s motiveren en je rendement inzichtelijk maken. Er zijn meerdere redenen om de impact van je collectief te meten. In ons vorige artikel over impact meten gingen we hier dieper op in. Momenteel volgen we bewonersbedrijf Thuis Wageningen dat een meting laat uitvoeren door Impact House. En dat begon met het opstellen van een verandertheorie; een hypothese die weergeeft hoe een interventie leidt tot verandering. Jesper Broekhof, impactstrateeg bij Thuis Wageningen, vertelt over de totstandkoming van hun theorie.

‘We hebben onze kern nog nooit zo scherp kunnen verwoorden’ – Jesper Broekhof over de verandertheorie van Thuis Wageningen

Thuis Wageningen richt zich met hun activiteiten op ontmoeting en sociale innovatie. Brede begrippen, waarmee ze diverse doelgroepen bedienen. Voor het opstellen van de verandertheorie moest het collectief een concrete missie en lange termijn-doelen formuleren. ‘We hebben heel uitgebreid opgeschreven waarvoor we op aarde zijn’, vertelt Jesper. ‘Een verandertheorie dwingt je om diep na te denken over de kern van je organisatie en de impact die je wilt maken.’

Simone de Wit leidt het onderzoek vanuit Impact House. Volgens haar is het belangrijk om bij de formulering dicht bij jezelf te blijven. ‘Leg je impactclaim niet te hoog. Het moet aannemelijk zijn dat je met je activiteiten bijdraagt aan de uiteindelijke verandering die je wilt bereiken. En gebruik liever geen holle frasen, zoals veerkracht of zelfredzaamheid, zonder deze duidelijk te definiëren. Vraag jezelf af: wat bedoelen we hiermee en hoe ziet dit er uit? Op basis daarvan kun je concrete impactdoelen formuleren om te gaan meten.

Alle neuzen dezelfde kant op?

Een verandertheorie, waarin je diep nadenkt over je impactstrategie is vaak voer voor discussie. Want, staan alle neuzen wel dezelfde kant op? Jesper: ‘Nee, heel grappig. We hebben met ons kernteam nagedacht over ons hoogste impactdoel. Je denkt natuurlijk dat je het met elkaar eens bent, maar als je alles uitgebreid uitschrijft, merk je dat dat helemaal niet het geval is. Er komen veel aannames naar boven. Dat is helemaal niet erg, want elke aanname komt vanuit een persoonlijke drive en was de aanleiding voor een aantal goede interne gesprekken. Die aannames moeten wel getoetst worden, maar nu hebben we onze kern scherper en zijn deze perspectieven beter geborgd in onze verandertheorie.’

Doelgroep bepalen

Naast het formuleren van een impactclaim, is het bepalen van de stakeholders bij wie je een verandering wilt bereiken een belangrijke stap in de verandertheorie. Thuis Wageningen richt zich op drie stakeholders, waaronder inwoners met een idee. ‘Met deze doelgroep hebben we de meeste ervaring’, legt Jesper uit. ‘Al acht jaar ondersteunen we inwoners met een idee met onze activiteiten. In onze theorie hebben we nu heel goed uitgeschreven welke positieve of negatieve impact we denken te realiseren met onze ondersteuning.’ Volgens Simone is die focus op één stakeholder belangrijk wanneer je beperkte capaciteit hebt om je impact zichtbaar te maken. ‘Je kunt beter een paar effecten bij één stakeholder goed onderzoeken, dan veel effecten een klein beetje bij verschillende stakeholders. Dit laatste levert vaak te weinig waardevolle inzichten op. Gun jezelf de tijd en breid je meting elk jaar een stukje verder uit.’

Waardevol

De verandertheorie van Thuis Wageningen is inmiddels gevalideerd bij de doelgroep. Een stap die niet altijd genomen wordt, maar die wel is aan te raden. Simone: ‘Het is een mooie eerste onderbouwing van je veranderverhaal. Het helpt je om die laatste aannames te identificeren en blinde vlekken weg te nemen.’ Daarnaast betrek je ook direct je belangrijkste stakeholders bij je onderzoek, wat vaak bijdraagt aan meer draagvlak voor wat je doet. Voor Thuis Wageningen is de verandertheorie met deze stap afgerond. Een proces dat zeer waardevol is geweest. ‘Het was af en toe ingewikkeld, maar vooral heel erg leuk’, zegt Jesper. ‘We hebben onze kern nog nooit zo goed kunnen verwoorden. Natuurlijk vraagt een dergelijk onderzoek om een bepaalde toewijding, maar het geeft nu al zoveel overzicht, rust en inzicht. Het is heel fijn om feedback te krijgen van de mensen om wie het echt gaat, zodat we gerichte stappen kunnen zetten.’

Momenteel volgen we de stappen die Thuis Wageningen neemt om de impact van hun organisatie te meten. Volgende keer komt het meetontwerp aan bod. Wil je weten wat een impactmeting voor jouw bewonersinitiatief kan betekenen of heb je andere vragen? Neem dan contact op met Marieke via marieke.boeije@lsabewoners.nl

SportCentrum Noord: Een plek voor ontwikkeling en gemeenschap

In het hart van de bruisende stad Groningen ligt een unieke plek waar gezondheid niet alleen een doel op zich is, maar ook een middel tot verbinding en ontwikkeling. SportCentrum Noord, onder leiding van initiatiefneemster Agnes Groen, is veel meer dan alleen een sportfaciliteit. Het is een thuis voor een diverse groep sportaanbieders én buurtbewoners, waar gezamenlijk wordt gewerkt aan een betere gemeenschap.

Duurzame werkgelegenheid en sociale inclusie

SportCentrum Noord legt veel focus op duurzame werkgelegenheid en sociale inclusie. Veel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vinden hier een waardevolle plek om te kunnen groeien. In een tijd waarin de arbeidsmarkt krap is, groeit de vraag naar initiatieven die deze groep ondersteunen. De huidige aanpak voor werkgelegenheid werkt niet voor alle bewoners. Agnes stelt dat “als deze mensen de komende jaren meer moeten gaan werken, dan moeten we ook nieuwe vormen van werk zoeken die aansluiten bij de behoefte en talenten van de mensen.”

Voor SportCentrum Noord ligt de oplossing bij het creëren van een veilige omgeving waarin mensen op hun eigen manier kunnen groeien, zonder in een keurslijf te worden gedwongen. “Mensen kunnen hier in eerste instantie laagdrempelig binnenkomen om te sporten. We leggen niet de focus op een ‘probleem’, waar direct aan moet worden gewerkt. Dat is waarom mensen zo graag bij ons komen.”

Samenwerken en toekomstbestendigheid

Ondanks de vele successen en positieve impact, staat SportCentrum Noord voor uitdagingen. Het vertrouwen van de gemeente in nieuwe organisatie is vaak lastig , wat ook voor hen zorgt voor onzekerheid over de toekomst. Daarnaast wordt de samenwerking bemoeilijkt doordat opdrachten en aanbestedingen vaak naar gevestigde organisaties gaan. De samenwerking met welzijnsorganisaties verloopt soms stroef, omdat ze niet precies passen binnen de bestaande denk- en werkwijze. Omdat ze zo laagdrempelig zijn worden complexere gevallen soms naar hen doorverwezen, maar hier kunnen ze eigenlijk geen zorg voor bieden zonder intensieve begeleiding. Het blijft dus zoeken naar een samenwerking die werkt voor iedereen, maar op ondernemend vlak valt er niks aan te merken. De ondernemersgeest geeft hen hoop voor duurzaamheid in de toekomst. Ze zullen altijd nieuwe kansen benutten om het initiatief in leven te houden.

Dromen voor de toekomst

Ondanks de uitdagingen, blijft SportCentrum Noord dromen van een geïntegreerde aanpak. Idealiter is er meer samenwerking tussen bewonersbedrijven onderdeel moeten zijn van een grotere coöperatie, waarbij infrastructuur wordt gedeeld en impact wordt vergroot. “Misschien moeten we wel gezamenlijk in een coöperatie. Samen sta je sterker.”

Maar ook het vergroten van de betrokkenheid van bewoners bij het sociaal beleid is iets waarvoor ze zich meer voor willen inzetten. Meer uitwisseling tussen bewoners en beleidsmakers kan helpen om de dienstverlening beter af te stemmen op de behoeften van de gemeenschap. Door bewoners te mobiliseren ontstaat er een krachtige stem die kan bijdragen aan een effectiever beleid.

Inspiratie

SportCentrum Noord blijft een lichtend voorbeeld van hoe gezondheid, werkgelegenheid en sociale inclusie hand in hand kunnen gaan. Met een vastberadenheid om uitdagingen aan te gaan en een visie voor een inclusieve toekomst, blijft deze plek een bron van inspiratie en hoop voor de hele gemeenschap.

Zelf ondernemen met jouw buurt? Kijk eens bij ons aanbod aan trainingen en bijeenkomsten, we helpen je graag verder!

Aan de slag met ondernemen in je buurt in Twente

Ondernemende bewoners uit Twente kwamen vorige week samen om aan de slag te gaan met hun initiatieven tijdens de training ‘start met ondernemen met jouw buurt’. Het warme welkom bij HulpDieHelpt, die hun ruimte beschikbaar stelde, zette meteen een positieve toon voor de bijeenkomst. Onder begeleiding van Micha van de Water gingen de deelnemers aan de slag met de uitdagingen van hun initiatief.

Samen liep men door het Social Business Model Canvas, met nadruk op het belang van het ‘waarom’ van je initiatief. Als je dat goed hebt staan is je basis in orde en ben je klaar om de volgende stappen te zetten. Ook bij de samenwerking met bijvoorbeeld gemeenten of je communicatie speelt dit een belangrijke rol, zoals ook benadrukt door een deelnemer: “Als wij onze ‘waarom’ beter hebben staan, weet ik zeker dat we beter onze doelgroep kunnen bereiken.”

Met een mooie diversiteit aan initiatieven was er inspiratie in overvloed. Van bewoners die een ontmoetingsplek creëren in een plaatselijk kerkgebouw tot een initiatief die activiteiten organiseren voor minder valide bewoners vanuit ervaringsdeskundigheid. Aan motivatie om van elkaar te leren was geen gebrek: “er werden veel ideeën uitgewisseld en onderlinge contacten gelegd om later, gebruik te kunnen blijven maken van elkaars kennis en kunde.”

Micha deelt nog een tip over het denken als ‘crowdfunder’: “Denk na over wat je vraag achter het geld en mensen die je nodig hebt is”. Wat je nodig hebt zijn vaak bijvoorbeeld vaardigheden, materialen of catering waarvan je vast iets in je netwerk kunt vinden. Want wie wil er nu niet bijdragen aan dat iedereen mee kan doen?!

Na afloop gingen de deelnemers geïnspireerd en tevreden naar huis, waarbij veel ideeën werden uitgewisseld en onderlinge contacten werden gelegd om gebruik te kunnen blijven maken van elkaars kennis en kunde in de toekomst.

Wil jij ook deelnemen aan deze inspirerende training? Op 5 maart organiseren we een startersbijeenkomst in Limburg. Meld je hier aan!

Impact meten? Dit is waarom!

Of het nu gaat om het bevorderen van de energietransitie, het bestrijden van eenzaamheid of het stimuleren van veiligheid, als bewonersinitiatief zet je je met hart en ziel in voor je gemeenschap. Maar hoe weet je of datgene wat je doet ook echt bijdraagt aan wat je wilt bereiken? Met een impactonderzoek maak je de impact van jouw initiatief zichtbaar. En dat is niet alleen interessant voor stakeholders. Het is ook dé manier om richting te geven aan je collectief. Voor bewonersbedrijf Thuis Wageningen reden genoeg om een impactmeting uit te voeren.

Je doet mooie dingen in je buurt of wijk en wilt dat laten zien. Aan financiers, overheden en andere betrokken. Maar hoe weet je of je ook daadwerkelijk iets teweegbrengt? Of datgene wat je investeert ook iets oplevert? Oftewel, hoe weet je of je impact maakt? Door je impact te meten, maak je inzichtelijk welke maatschappelijke verandering je realiseert en leer je wat wel en niet werkt. Thuis Wageningen, een bewonersbedrijf dat zich bezighoudt met sociale innovatie, laat momenteel een meting uitvoeren door Impact House. Hiermee willen ze onderzoeken welke effectieve elementen ze nu al toepassen, zodat ze richting kunnen geven aan hun vervolgstappen. 

Aannames

Het onderzoek van Thuis Wageningen is gestart met een verandertheorie (Theory of Change). ‘Dat is een hypothese van hoe jij denkt dat verandering werkt’, legt Simone de Wit, manager impact bij Impact House, uit. ‘Je maakt inzichtelijk hoe jouw activiteiten leiden tot de verandering die je voor ogen hebt.’ Het bepalen van je doelgroep is hierbij belangrijk. ‘In een organisatie zijn er onbewust aannames over verandering. De theorie die jij hebt over verandering, check (valideer) je bij je doelgroep. Pas als je dat in kaart hebt gebracht, kun je bepalen met welke methode je de impact van je collectief gaat meten.’   

Redenen om impact te meten

Data, rapportages, cijfers… voor veel initiatieven is het meten van impact niet het meest aantrekkelijke onderwerp. Vaak is een dergelijk onderzoek een ‘moetje’ omdat belanghebbenden en subsidieverstrekkers erom vragen. Toch gaat het niet alleen om het inzichtelijk maken van je rendement. Het kan ook een goede motivator zijn voor je collectief en sturing geven.

Impact geeft richting

Niets zo motiverend als een doel dat behaald is, toch? Hoe mooi is het om te weten dat je écht een verschil maakt in de samenleving. Wanneer duidelijk wordt dat je met je initiatief ook echt iets bijdraagt aan de gemeenschap, zal dat bevorderlijk zijn voor de motivatie van jou en je collega’s.

Impact geeft sturing

Een bewonersinitiatief is een collectief, waar meerdere mensen aan één doel werken. Weet je zeker dat alle neuzen dezelfde kant opstaan? Waar sta je momenteel en waar wil je naartoe? In het proces van een impactmeting wordt de focus duidelijk en kun je richting geven aan je strategie.

Laagdrempelig meten

De verandertheorie van Thuis Wageningen is, door de verschillende doelgroepen, vrij complex. Toch hoeft een impactonderzoek niet altijd groots en ingewikkeld te zijn. Simone: ‘Mijn ervaring is dat elke organisatie, hoe klein ook, aan de slag kan met een meting. Voor inloophuizen is er bijvoorbeeld de impacttoolkit van Fonds Franciscus. Maar ook voor andere initiatieven zijn er laagdrempelige manieren om impact te meten. Impactmeten gaat ook om de gesprekken die je sowieso al hebt met bewoners en vrijwilligers. Vaak heb je meer impactinformatie dan je denkt. De kunst is om deze op zo’n manier te verzamelen, dat je er waardevolle lessen uit kunt trekken.’ Lees het impactrapport inloophuizen hier https://www.kansfonds.nl/wp-content/uploads/2022/07/De-impact-van-inloophuizen.pdf

De komende tijd volgen we de impactmeting bij Thuis Wageningen van dichtbij. Omdat we willen begrijpen hoe zo’n meting precies werkt, hoe de uitkomsten eruit zien maar vooral ook wat er te leren valt tijdens het proces. Wil je zelf stappen zetten op het gebied van impactmeting en kan je hulp gebruiken? Of heb je andere vragen? Neem gerust contact op met Marieke via marieke.boeije@lsabewoners.nl!

Buurtbedrijven vallen of staan bij bevlogen bewoners

Op bezoek in de Korrewegwijk en De Hoogte in Groningen ontmoeten we Jenny van GoeieBuurt. We spreken af in het Floreshuis en gaan er eens goed voor zitten met een kop koffie. Jenny is een van de zogenaamde ‘lopers’ van U & de Buurt, onderdeel van GoeieBuurt. Zij gaat actief met buurtbewoners in gesprek over hoe ze samen de buurt nog mooier, leuker en aantrekkelijker te maken. Met veel enthousiasme verteld over haar werk en de impact die GoeieBuurt maakt in de buurt.

Elke straat krijgt dezelfde aandacht

GoeieBuurt is een coöperatie die ontstaan is uit een bevlogen groep bewoners. Het is opgezet om de talenten uit de buurt te ontdekken en te benutten. Op die manier worden bewoners meer zelfstandig om hun eigen omgeving vorm te geven. Zij willen mee kunnen beslissen over de buurt. Verborgen talenten van bewoners zijn energiebronnen waarmee de buurt kan worden ontwikkeld. Zowel op het gebied van werk, inkomen, groen, openbare ruimte en leefomgeving. Ze richten zich op het organiseren en ondersteunen van activiteiten, opzetten van projecten voor bewoners, het verbinden van buren en het creëren van een gemeenschap.

Als ‘loper’ gaat Jenny straat voor straat af om aan te bellen bij bewoners en erachter te komen hoe men het leven in de buurt ervaart en welke verborgen talenten er schuilen achter de voordeur. Door met veel bewoners in gesprek te gaan komt ze er achter wat er speelt in de buurt en hoe ze verbindingen kan leggen tussen bewoners, wijkorganisaties en de gemeente. Per straat doorloopt ze een traject van individuele gesprekken tot een feestelijke afsluiting met de hele straat. Zo krijgt elke straat evenveel aandacht en wordt er geen onderscheid gemaakt in welke bewoner ondersteuning nodig heeft of kan bijdragen aan de buurt.

Bewoners gaan zelf aan de slag

Als bewoner werkt Jenny met hart en ziel vanuit GoeieBuurt, om een positieve impact te maken op de buurt. Ze geeft daarbij gelijk aan dat er ook echt noodzaak is om dit soort werk in de buurt te doen. “Mensen spreken elkaar veel minder op straat dan vroeger. In deze buurten zijn er serieuze problemen op het gebied van overlast en eenzaamheid. De straten hier krijgen al veel lang te weinig aandacht, dus daar gaan wij nu mee aan de slag.”

Wat GoeieBuurt doet lijkt natuurlijk erg op wat het sociale werk ook doet in de buurten, maar toch is er een duidelijk bestaansrecht voor de organisatie. Met name de onverdeelde aandacht die de ‘lopers’ geven aan alle bewoners en de daarmee opstapelende kennis maakt GoeieBuurt tot een belangrijk onderdeel van de gemeenschapsopbouw in deze buurten. “Wijkorganisaties en de gemeente gaan wel met mensen in gesprek, maar door de regeldruk en de manier waarop het systeem is ingericht kunnen zij niet zo snel de diepte in. Daarnaast wordt er vooral gefocust op bewoners met problemen en hoe die op te lossen, in plaats van te kijken naar de talenten van bewoners en hoe zij elkaar kunnen helpen. Als problemen vanuit de gemeenschap worden opgepakt komen er duurzame oplossingen die instanties vaak niet kunnen bieden.”

Ondernemende verbinder

Jenny’s mateloze inzet en creatieve manieren om bewoners tot actie te brengen, maakt dat er al heel veel bewoners met elkaar zijn verbonden en samen een bijdrage hebben geleverd aan hun eigen straat.  Jenny verteld dat “het opvalt dat er in een straat een visuele scheiding is tussen koop- en huurhuizen, omdat huurders hun voortuin niet zelf mogen beheren. Terwijl er in het “koopgedeelte” mooie rozen bloeien, staat er meestal een lelijke haag in de voortuintjes van de huurders. Dit pakken de huurders samen met GoeieBuurt op door zelf ook aan de slag te gaan met de eigen voortuintjes. Zo krijgen zij net zulke mooie en bloeiende voortuintjes. De huurders hebben op die manier een gezamenlijk project wat hen samenbrengt en daarnaast ook op de hele straat invloed heeft. 

Naast haar inzet bij GoeieBuurt is Jenny op eigen initiatief ook bezig met andere projecten die de leefbaarheid van de buurt verbeteren. Zo is ze gestart met een video project voor jongeren, waarbij jonge buurtbewoners hun buurt in beeld brengen en nadenken over hoe ze de buurt mooier kunnen maken. Er is veel overlast van jongeren in de buurt, dus wil ze graag ontdekken hoe jongeren zelf tegen hun buurt aankijken. Jongeren worden zonder te oordelen betrokken bij het mooier maken van de buurt. Iets wat, als je er over nadenkt, toch het beste kan worden georganiseerd door een bewoner zelf. Want hoe kan je anders gelijkwaardig het gesprek aangaan?

Waardering voor ondernemende bewoners

Zo zie je maar dat die ondernemende bewoners niet stil kunnen zitten en overal kansen zien om de buurt een stukje beter te maken. Zonder hen zouden deze bijzondere projecten nooit van de grond komen. De uitdaging blijft om al die ideeën goed te laten landen. Daar zijn wij van Ondernemen met je Buurt natuurlijk voor en we blijven graag in gesprek met mensen zoals Jenny, om die ideeën verder te brengen!

Het 8ste werk in Kampen: een goed voorbeeld van samenleven in de toekomst! 

Jaap en Gea vroegen zich na hun 50e af hoe ze de rest van hun leven zouden willen leven. Kunnen we iets voor de buurt doen? Ze zijn begonnen met het openstellen van hun huis voor buurtbewoners door middel van een laagdrempelige aanschuifmaaltijd.  

Dat was succesvol, op den duur zaten er soms zo’n 40 man aan tafel. En onderling gingen mensen ook weer samen andere activiteiten ontplooien. Na een hele tijd was er behoefte aan grotere ruimte en die werd gevonden in een oud schoolgebouw. Daar hebben ze met een mooi club mensen een aantal jaar buurtmaaltijden georganiseerd, voor een deel ook mensen uit kwetsbare situaties. 

Uit dit ongedwongen samenzijn ontstond het idee van ‘meewonen’. Mensen een tijd de gelegenheid geven om stabiele huisvesting te hebben van waaruit ze het leven weer kunnen opppakken. Bijvoorbeeld vanuit een scheiding of psychiatrische problemen.  

Er werd een stichting opgericht en een boerderij gekocht waar ze acht appartementen hebben laten bouwen. Er wonen nu acht meewoners, voor maximaal 1,5 jaar. Daarna moeten de huurders eruit en is er ruimte voor nieuwe huurders. Het is nadrukkelijk geen woongemeenschap. Er zijn gezamenlijke activiteiten en een grote gemeenschappelijke ruimte maar die zijn niet verplicht. Elk appartement is een zelfstandige woonruimte.  

In en om de boerderij nog meer activiteiten: een weggeefwinkel, een open tuin waar fietsers kunnen uitrusten en opladen en twee appartementen voor de recreatieve verhuur. Het volgende project is de verbouwing van de schuur waar kleine ondernemers gehuisvest gaan worden. Al met al dus een mooie mix van inkomsten, activiteiten, bewoners en bezoekers! 

Initiatiefnemers Jaap heeft nog een aantal tips. “Wees voorbereid op een lange aanlooptijd als je een ingrijpend project als dit opstart. Voor vergunningen en financiering heb je dus een lange adem nodig.” Daarnaast benadrukt hij ook het belang om marktprijzen te durven vragen en veel kopjes koffie op het gemeentehuis te drinken. 

Kijk hier voor meer informatie over het 8ste werk: https://www.het8stewerk.nl/  

Buurtvereniging Zandbewoners daagt gemeente met succes uit

Ga er maar aan staan als buurt. In dezelfde periode wordt het treinstation, dat in de buurt staat, grondig verbouwd, de belangrijkste doorgaande weg wordt opnieuw ingericht, het spoor dat door de buurt loopt krijgt een onderhoudsbeurt, de buurt wordt uitgebreid met 800 nieuwe woningen én de buurt moet ook nog eens van het gas af. Dit is precies waar buurt ’t Zand uit Den Bosch allemaal mee te maken heeft. Voorzitter Guus Faes en bestuurslid Victor van Loon van de buurtvereniging Zandbewoners deden afgelopen jaar mee met de training ‘Daag je gemeente uit” van Ondernemen met je Buurt. In de maanden na deze training daagde de buurtvereniging de gemeente met succes uit. Zandbewoners gaat de komende twee jaar een belangrijke rol vervullen als het gaat om de informatievoorziening rond de uitvoering van al die projecten in de buurt.

Uitdaagrecht begrijpelijk gemaakt

Door al die ontwikkelingen wisten Guus en Victor dat ze beter in contact moesten komen met de gemeente. “Wij weten immers zelf beter hoe we met de mensen in onze buurt om moeten gaan en zijn wat dat betreft experts als het gaat om de communicatie met hen. Guus: Ik persoonlijk kende het right to challenge wel, maar dacht eigenlijk dat het helemaal niet op onze situatie van toepassing was”.

Guus vervolgd: “Tijdens de training kwam ik erachter dat dat wel degelijk het geval was. Heel fijn dat het uitdaagrecht zo begrijpelijk werd gemaakt. Na afloop hebben Victor en ik contact opgenomen met de gemeente. Samen hebben we toen besproken wat al die projecten met eigen projectleiders, deadlines en participatievragen vragen van de bewoners in onze buurt. Wij als buurtvereniging vinden dat er veel steviger en divers ingezet moet worden om zoveel buurtbewoners tijdig te betrekken bij de projecten. Buurtbewoners hebben vaak goede ideeën en willen dat er ook met hun belangen rekening wordt gehouden. De gemeente is er immers voor de bewoners, en niet omgekeerd. Wij gaven aan dat wij wel ideeën hadden hoe dit beter kon én graag de handen uit de mouwen wilden steken. De gemeente was erg geïnteresseerd”.

Samen plannen maken

“Het proces dat volgde was een ware snelkookpan”, blikt Guus terug. “In 5 maanden hebben we samen met de gemeente en alle betrokken afdelingen, ambtenaren en wethouders plannen en afspraken gemaakt over ons aanbod aan de gemeente om aan de slag te gaan met de communicatie over de projecten aan de bewoners.”

Buurtvereniging Zandbewoners ontvangt 120.000 euro subsidie verdeeld over twee jaar. Dit geld komt uit de subsidieregeling ‘Right to challenge’. De communicatie vanuit Zandbewoners is aanvullend op de communicatie met de gemeente. De buurtvereniging houd ook een flinke vinger aan de pols om de gemeente te helpen op de juiste momenten te communiceren. Guus: “De geleerde lessen en technieken uit de training hebben ons enorm geholpen om de afspraken met de gemeente te kunnen maken, met name de ‘how to lobby’ en onderhandelingstechnieken zijn relevant geweest voor ons.”

Buurtvereniging ’t Zand

Buurtvereniging ’t Zand uit Den Bosch zet zich al sinds 1977 in om de leefbaarheid, veiligheid en aantrekkelijkheid van de buurt te vergroten. Het grote aantal grote ontwikkelingen in de buurt was voor de buurtvereniging de aanleiding om met de gemeente in gesprek te gaan en haar diensten aan te bieden. “We willen hier bovenop zitten nu we zien dat er veel ontwikkelingen en projecten zijn die grote impact op de buurt hebben. De gemeente communiceert per project en probeert ook de participatie te verbeteren. We gaan nu samen met de gemeente kijken hoe we de bewonersparticipatie sterk kunnen verbeteren en zo ‘t Zand leefbaar, veilig en aantrekkelijk te houden”, aldus een enthousiaste Guus.

Wil je ook meedoen met een ‘Daag je gemeente uit’ training? Kijk op onze agenda of er een editie gepland staat.